Het verschil tussen verschillende generaties mobiele netwerken, zoals 4G (vierde generatie) en 5G (vijfde generatie), ligt voornamelijk in snelheid, latentie, capaciteit en ondersteunde toepassingen.
4G: 4G-netwerken bieden over het algemeen downloadsnelheden tot enkele honderden megabits per seconde (Mbps).
5G: 5G is ontworpen om veel hogere snelheden te leveren. In optimale omstandigheden kan het theoretisch gigabit-snelheden (meerdere gigabits per seconde) bereiken.
4G: 4G-netwerken hebben een gemiddelde latentie (de tijd tussen het verzenden en ontvangen van gegevens) van ongeveer 30-50 milliseconden.
5G: 5G streeft naar extreem lage latentie, met doelen zoals 1 milliseconde of zelfs minder. Dit is belangrijk voor real-time toepassingen zoals gaming, augmented reality (AR) en autonome voertuigen.
4G: Hoewel 4G-netwerken efficiënt zijn, hebben ze hun beperkingen als het gaat om het ondersteunen van een groot aantal gelijktijdige verbindingen en apparaten.
5G: 5G is ontworpen om een aanzienlijk grotere capaciteit te bieden en een groot aantal apparaten tegelijkertijd te ondersteunen. Dit is cruciaal voor de groei van het Internet of Things (IoT).
4G: 4G-netwerken maken voornamelijk gebruik van lagere frequentiebanden onder 6 GHz.
5G: 5G maakt gebruik van een breder scala aan frequenties, waaronder lagere frequenties (sub-6 GHz) voor grotere dekking en hogere frequenties (mmWave) voor hogere snelheden en capaciteit, maar met beperktere dekking.
4G: 4G-netwerken ondersteunen goed internet, streaming van video's en basis-toepassingen voor mobiele apparaten.
5G: 5G opent de deur naar geavanceerdere toepassingen zoals augmented reality, virtual reality, zelfrijdende auto's, slimme steden en geavanceerde industriële automatisering.
4G: 4G gebruikt LTE (Long-Term Evolution) als de belangrijkste technologiestandaard.
5G: 5G maakt gebruik van nieuwe technologieën, waaronder NR (New Radio), om de vereiste hogere snelheden en lage latentie te bereiken.